Bijna thuis...
Lieve trouwe lezers,
Bedankt voor het lezen van het weblog en de leuke reacties. Dit wordt mijn allerlaatste verhaaltje. Nu zitten we nog op een heerlijk eilandje: Koh Phayam. Een piepklein onbekend autovrij eilandje aan de westkust van Thailand vlakbij Myanmar (Birma). Hier zitten we in een mooie bungalow met zeezicht en een mooie open air bathroom. 's Morgens bij het wakker worden horen we alleen de zee, verder niets. Met een brommer toeren we rond het eilandje naar andere afgelegen strandjes. De weg is niet altijd best, maar er vliegen wel neushoornvogels over. Een goed einde van onze vakantie!
Meer dan 100 dagen
Nog een paar dagen en dan zitten we in het vliegtuig vanaf Bangkok naar huis na 115 dagen onderweg te zijn geweest door Azië. Van het verrassende zuiden van communistisch China naar het
motorbikeland Vietnam. Van de superaardige Cambodjanen naar de tropische eilanden van Thailand en het wildlife in Borneo. We hebben genoten van de vrijheid en de rust, die Azië in zich heeft.
Eigenlijk zijn we hier nog niet uitgekeken, jammer dus om naar huis te gaan. Maar aan de andere kant vinden we ook het fijn om straks weer in ons eigen huis te zijn en iedereen weer te zien.
Best of
Bij het einde van een reis horen ook de best of lijstjes:
Leukste grote stad : ja toch Bangkok ondanks de hordes toeristen
Leukste plaatsjes : Yangshuo in China, Siem Riep in Cambodja en Hoi An in Vietnam
Aardigste mensen : in Cambodja en China
Goedkoopste land : Vietnam dankzij onze goede onderhandelingstechnieken
Mooiste natuur : Sabah (zowel onder als bovenwater)
Meest eenvoudig te bereizen land : toch Thailand, ondanks de scams
Interessantste landen : China en Cambodja
Mooiste reis van A naar B : boottocht van Battambang naar Siem Riep (Cambodja),
motortocht Lao Cai- Bac Ha (Noord Vietnam)
Leukste activiteiten : fietsen in China, tai chi, duiken op Koh Tao en Sipadan, rijden op brommer in Vietnam
Mooiste strand : Bai Sao, Phu Quoc, Vietnam
Leukste eilanden : Phu Quoc, Koh Tao en Koh Phayam
Favoriete zin : When it seems too good to be true, it probably is (you get what you pay for)
Favoriete drankjes : Tiger Beer (Vietnam), Tequila Sunrise en lime & pineapple shakes
Leukste eettentje : Cafe De Jack in Dali, China
Leukste barretjes : Heel veel barretjes rond de Khao San Road in Bangkok en in Koh Tao en natuurlijk de reggaebar op Langkawi en de foute temple club in Siem Riep
Tot snel!
Groetjes,
Evelyn
Vervolgroute: Koh Phayam-per nachtbus-Bangkok-Schiphol woensdag 10 voor 6 's morgens aah
Wildlife Borneo: orang utans & turtles
Na KL zijn we doorgereisd naar het historische plaatsje Melaka. Wij vonden dit het leukste plaatsje in Maleisië. In de 17e eeuw toen de VOC glorieerde werd Melaka door de Nederlanders van de Portugezen ingepikt. Er werd onder andere een Nederlands ' Stadhuys' en kerk gebouwd. Ook zijn er typisch Nederlandse straatnamen, zoals Jonkerstreet en Heerenstreet. In deze straten is nu een levendig Chinatown met hele mooie oude Chinese gebouwen met een aantal leuke hotelletjes, restaurantjes en cafés.
Iets verder van het centrum ligt een traditioneel Maleisisch dorp Kampung Morten. Hier kun je een typische Maleisische villa bezoeken, die nog steeds wordt bewoond. We worden rondgeleid door een van de bewoners, waarbij ik per se foto's moest maken van de kat en de oninteressante platenverzameling. Ook is het zeer uitgebreid bekijken van het familiefotoalbum met foto's van het bezoek aan de villa van de koning van Maleisië verplicht. Maar verder is het wel echt de moeite waard: zo'n mooi houten huis daterend van 1920 met veel ramen propvol oude spullen. Er is bijvoorbeeld een gong aanwezig van 200 jaar oud, die geluk zou moeten brengen als je er drie keer tegenaan slaat.
Nat Sabah
Alhoewel het regenseizoen is in Oost-Maleisië besluiten we toch naar Borneo te gaan, omdat hier gedurende het hele jaar veel regen valt en maar ietsje meer tijdens het regenseizoen. We hebben veel
tropische regenbuien over ons heen gehad, maar we hebben wel geluk gehad. Aangekomen in de ongezellige plaats Kota Kinabalu in Sabah, het noordelijkste gedeelte van Borneo, blijkt dat we echt
moeten gaan plannen wat we willen doen, omdat veel activiteiten toch echt alleen met een tour kunnen worden gedaan wat we eigenlijk haten, maar waar we ons maar even aan over moeten geven om het
niet te ingewikkeld te maken.
We besluiten het beklimmen van de Mount Kinabalu te skippen en te bewaren voor een andere keer als we getraind zijn, de goede schoenen hebben en een zak geld, want het kost 200 euro per persoon. Wel maken we een pittige wandeling door het tropische oerwoud in het Kinabalu-park. We schieten in de stress als we nadat we een stukje verkeerd hebben gelopen een bordje zien dat we nog 3,5 uur moeten lopen naar het einde van de trail. Op dat moment is het half 3 en we moeten om 5 uur bij de parkingang zijn, omdat dan de laatste bus vanuit het park vertrekt, help. We besluiten dan maar stevig door te lopen over het glibberige steile pad langs de rivier. Af en toe vallen er een paar druppels en de luchtvochtigheid is minstens 85%. Kletsnat komen we 1 uur en drie kwartier later aan het einde van de trail! Alsnog missen we de bus, omdat die eerder bleek te vertrekken, maar gelukkig kunnen we toch een privéauto terug regelen.
Orang utans en bloedzuigers
Een van de dingen die we wilden zien in Borneo was wildlife, waaronder orang utans.
In het Sepilok Orang Utan Rehabilitation centre kun je orang utans van heel dichtbij in het oerwoud zien wat heel leuk is, want het zijn echt hele grappige dieren. Het rehabilitation centre is opgericht om orang utans, die wees zijn of gewond weer terug te laten keren in het wild. Door de ontbossing vanwege het aanleggen van palmolieplantages worden orang utans met uitsterven bedreigd. Als er een orang utan-wees wordt gevonden, wordt deze naar het centrum gebracht en stap voor stap geleerd hoe ze moeten overleven in het wild. De laatste stap is dat ze terug worden gebracht naar een afgelegen oerwoud ergens in Borneo. Om dit goede doel te steunen heb ik de kleine orang utan Sen geadopteerd niet uitvlakkend dat het werkelijke probleem de ontbossing moet worden aangepakt. (www.orangutan-appeal.org.uk)
Een plek waar veel wildlife is te zien is langs de Kinabatangan-rivier. Hier hebben we twee nachten geslapen in een simpele hut. 's Morgens vroeg op (kwart voor 6!) om een boottocht over de rivier te maken en aan het einde van de dag weer. We zien o.a. 8 orang utans, neusapen, verschillende soorten makaken, neushoornvogels, ijsvogels en een krokodil. Echt geweldig. Elke keer als we een orang utan zien, wordt ons gezegd: you're so lucky! Wij denken : 'Ja, ja, dat zeggen ze tegen iedereen', maar later horen we dat er mensen zijn die er maar 1 in totaal hebben gezien.
Bij deze tour zit ook een nightwalk en junglewalk inbegrepen wat niet heel fantastisch is. Omdat het veel regent vanwege het regenseizoen is de jungle 1 grote modderpoel. Laarzen dragen is hier geen overbodige luxe komen wij te laat achter. Tijdens de nightwalk zijn wel interessante insecten, schorpioenen en mooie vogels te zien. Bij de wandeling overdag onder leiding van een ongeïnteresseerde gids, zagen wij eigenlijk weinig afgezien van heel veel bloedzuigers toen het ging regenen. Omdat ik helemaal ingepakt zat (lange broek met bloedzuigersokken erover, laarzen, t-shirt met lange mouwen, regenponcho) merkte ik niet dat zo'n ellendeling zich als een vampier in mijn hals had vastgezogen. De gids wist hem er met moeite uit te trekken, waarvan ik nu nog een mooie afdruk in mijn hals heb.
Duiken op Sipadan
Onze laatste doel in Sabah is duiken bij Sipadan. Dit schijnt 1 van de top 5 duiklocaties ter wereld te zijn. En het was echt 'amazing'. Twee nachten hebben we bij Uncle Chang op het eiland Mabul
geslapen, waarvandaan we -een dag in de regen- hebben gesnorkeld en twee dagen -gelukkig zonder regen- hebben gedoken. De accommodatie was echt schandalig duur (32 euro per nacht) voor een
onafgemaakte hut met geen wastafel, alleen koud water en een zelfgetimmerd bed, maar het was wel erg gezellig met de andere duikers.
Sipadan is een piepklein eilandje met een rif eromheen, waar nu alleen een militaire basis op staat, omdat hier 10 jaar geleden door Filipijnse piraten 5 maanden lang mensen waaronder toeristen zijn gegijzeld. Ook werd hier veel met dynamiet gevist wat enorme schade aan het rif veroorzaakte. Dit deed de overheid besluiten dat je alleen met een permit hier naartoe mag. Het is dus niet heel eenvoudig om hier te duiken, omdat je aan zo'n schaars permit moet zien te komen. Gelukkig hebben wij hier 3 duiken mogen maken. Het is echt 1 groot zeeaquarium, omdat er zoveel verschillende soorten vissen (lionfish, scorpionfish, frogfish, murrays, nudibranch en shrimps in geweldige kleuren en nog veel meer) en prachtig koraal te zien zijn. Ook zijn alle vissoorten groter dan ergens anders. Je komt echt ogen tekort om alles te zien. Het mooiste vond ik de enorme zeeschilpadden, waarvan we er minstens 25 in totaal hebben gezien. Echt prachtige dieren. Ook hebben we heel veel haaien gezien: vooral white tip reef sharks.
Einde Maleisië
Wij vinden Maleisië het minst leuke land, wat we hebben bezocht met minder vriendelijkheid en gastvrijheid dan de andere Aziatische landen. Ondanks een hele moderne infrastructuur en een groeiende
welvaart, is er veel rotzooi op straat/in het water (wat resulteert in kakkerlakken en ratten) en is er slechte dure accommodatie. We missen leuke plaatsjes, waar we gezellig een drankje kunnen
drinken (als er al een leuk barretje is, dan is alcohol relatief duur). Jullie horen het al: het wordt dus tijd voor een ander land. Morgen vertrekken we weer naar Thailand om daar nog een weekje
te chillen. Bedankt voor de leuke reacties, vinden wij leuk!!
Groetjes,
Evelyn
Vervolgroute:
Semporna-Tawau-per vliegtuig KL-Bangkok
(dank je Joop voor het regelen van onze vliegtickets via skype toen wij in de jungle zaten)
Onze feestdagen: Van Bangkok naar KL
Terwijl Nederland werd bedolven onder een wit pak sneeuw, de kerstboom werd opgetuigd, champagne werd gedronken of oliebollen werden gegeten, zaten wij op een eiland in Thailand of Maleisië zonder
dit alles. Dit hebben we wel gedaan:
Duiken op Koh Tao
Koh Tao betekent schilpaddeneiland, maar schildpadden hebben we er niet gezien. Het is een piepklein eiland van 21 km2, waar het bijna alleen maar draait om duiken. Maar je kunt er ook heerlijk
Thais eten en er zijn gezellige tentjes op een fijn strandje. Open Water Diver waren we al. Na een opfriscursus in een chloorzwembad en twee fun dives zijn we begonnen met de Advanced Open Water
Course onder leiding van een enthousiaste geëmigreerde Brit. De cursus begon met een Deep Dive op 30 meter om te checken of je last kreeg van Nitrogen Narcosis, een ongevaarlijke verschijnsel
waardoor je in een lachstuip kan raken onder water. We kregen hier geen last van, wel zagen we een aantal haaien. Het was echt magisch, bijna surreëel. Het zijn enorme dieren van 1,5 meter die heel
langzaam, gracieus langskwamen. Deze black tip reef sharks schijnen gelukkig geen mensen te eten. Hierna hebben we nog een navigatieduik (met een kompas een rondje onder water), een nachtduik (met
en zonder lamp aan), een multilevel duik tevens onze eerste soloduik met weer veel haaien en een fish-id duik (zoveel mogelijk vissoorten opschrijven onderwater en dat waren er veel) gedaan, waarna
we ons advanced open water diver mochten noemen. Hier hebben we tot laat op gedronken met de andere duikers. Afgezien van zeeziekte vanwege een te ruige zee was het echt een superleuke ervaring.
Geïsoleerd strandje op Koh Phangan
Na veel gebel en gemail hadden we eindelijk een reservering voor de kerstdagen voor een bungalowtje op het mooie strandje Bottle Beach in Koh Phangan te pakken. Het strandje bleek wel erg afgelegen
te liggen (een uur vanaf de pier over een hele hobbelige weg) plus de eerste dagen kwam er vanwege de ruige zee geen boot langs om je mee te nemen en het personeel van het resort stimuleerde
weggaan van het resort ook niet echt, dus zaten we eigenlijk vast op dit deel van het eiland, wat heeeel erg vervelend was dat begrijpen jullie toch wel?
Door het resort waar we zaten was een christmasparty georganiseerd wat er erg knullig aan toe ging. Een BBQ met fruit salad bestaande uit ongepelde mandarijnen, thaise danseressen waarvan er maar 1 het kon, een optreden van de twee jonge dochters van de eigenaar met te korte rokjes met leren riempjes en firedancers (de barkeepers) die door elkaar met vuurfakkels zwaaiden en onze wensballon die niet opsteeg. Maar we hebben wel een erg gezellige kerstavond gehad met een stel Slowaken en Duitsers.
Eerste stop Maleisië: Penang
Na de kerstdagen moesten we linea recta Thailand uit, omdat ons visum helaas al na 15 dagen verliep. Als we 's avond laat in Georgetown in Maleisië aankomen kunnen we vanwege de vakantievierende
Maleisiërs voor het eerst geen kamer te vinden behalve hele ranzige, zoals 1 met een plafond waar je keek naar de betonconstructie en een enorme kakkerlak in de badkamer. Welcome in Malaysia!
Uiteindelijk de minst slechte gekozen: een kamer boven een nachtclub (zelfs met oordoppen in was het geluid nog te horen) waarvan de wc niet doortrok, hoertjes rondliepen en hele Maleisische
families op 1 piepkleine kamer zaten.
Georgetown op het eiland Penang is een koloniale stad met een mix van culturen. De Britten hebben hun stempel op de stad gedrukt door de vele koloniale gebouwen. In eerste instantie lijkt het niet alsof we in Maleisië zijn met zoveel Chinezen en Indiërs. Binnen een paar honderd meter vind je een Chinese tempel, een hindoetempel en een moskee. De Maleisische bevolking blijkt uit maar liefst 24% Chinezen en 7% Indiërs te bestaan welke voornamelijk wonen in de steden. Na een dagje rond te hebben gestruind door onder meer Chinatown en Little India, hebben we weer eens een brommer gehuurd om meer van het eiland te zien. Dit werd geen groot succes, omdat de wegen op Penang echt snelwegen zijn met enorme wolkenkrabbers in aanbouw eromheen. Maleisiërs rijden bovendien echt keihard. De meeste auto's zijn opgevoerd, zelfs de poltiewagens zijn een opgevoerd type.
Oud&nieuw
Voor oud en nieuw zijn we afgereisd naar het tropische eiland met langgerekte brede witte zandstranden en palmbomen: Langkawi. Elke avond speelden er
reggaebandjes bij het barretje Babylon op het strand. Met oud en nieuw was dit ook de place to be. Onder een volle maan zijn wij het nieuwe jaar ingedanst! Alsnog een geweldig 2010 gewenst voor
iedereen!
KL
Inmiddels zijn we aangekomen in de hoofstad Kuala Lumpur ofwel KL. KL is echt een shoppingparadijs met veel megagrote shoppingcentres! We hebben veel gewindowshopped, want er past niet veel meer
bij in onze backpack. Ook kun je er heerlijk Chinees, Indiaas of Chinees eten bij eetstalletjes op straat of bij foodcourts. We zijn ook begonnen met het inplannen van het laatste deel van onze
reis, want we zijn over een kleine maand alweer thuis.
Vervolgroute: KL- Melaka-KL-Kota Kinabalu (Borneo)
Groetjes,
Evelyn
Tempels, tempels, tempels
We hebben er een kort rondje Cambodja opzitten. Cambodja is een van de armste landen van Zuid-Oost Azië en heeft ondanks zijn verschrikkelijke geschiedenis hele aardige mensen en verrassend ook erg lekker eten (soort combi van Vietnamees en Thais).
Lesje geschiedenis
Nog maar 30 jaar geleden had de Khmer rouge Cambodja volledig in zijn macht. Van 1975-1979 zijn ongeveer 1 miljoen mensen omgekomen. Een ingewikkelde geschiedenis, kort gezegd komt het hier op
neer. Nadat de Vietnam-oorlog voorbij was, zag de Khmer rouge onder leiding van Pol Pot zijn kans vrij om de hoofdstad Phnom Penh in te trekken en de stad te evacueren onder het excuus dat de
Amerikanen Phnom Penh wilden bombarderen. Men werd naar het platteland gestuurd om daar te werken volgens de socialistische/marxistische ideologie dat Cambodja een agrarisch land moest worden,
waarbij steden moesten verdwijnen en iedereen op het land moest werken. Mensen die hier tegen waren of hoogopgeleid werden vermoord.
Later werden ad random mensen gevangen genomen en opgesloten in onder andere de beruchte S21-gevangenis in Phnom Penh. Mensen zijn hier blootgesteld aan de meest afgrijselijke marteltechnieken om onder meer namen van familieleden te geven, waarna ze werden overgebracht naar de Killing Fields om hier te werden vermoord. Dit gebeurde door de gevangenen geblinddoekt voor een massagraf te laten knielen, om vervolgens met een stok achter op het hoofd de schedel in te slaan. In het massagraf werden de kelen doorgesneden. De S21-gevangenis en de Killing Fields hebben wij bezocht en dit heeft veel indruk op ons gemaakt.
Het waarom van onschuldige mensen gevangen nemen en martelen ontgaat ons. Ook verbaast het ons dat er nog steeds Khmer rouge actief schijnt te zijn in Cambodja. Nadat Vietnam de Khmer rouge had verdreven uit Phnom Penh in 1979 is er nog jaren oorlog geweest, waarbij de Khmer rouge landmijnen heeft ingezet. Hierdoor lopen er door heel Cambodja mensen rond zonder een arm of been door deze landmijnen. Positief is dat het Khmer rouge Tribunal door de VN is ingesteld. Op de dag dat wij S21 bezochten werd de directeur van de gevangenis berecht.
PP
Phnom Penh vonden wij een redelijk moderne stad met een mooi koninklijk paleis en oude Franse straten en gebouwen uit de tijd van Indochina. Ook zijn er veel eettentjes en barretjes voor toeristen
en expats. Er rijdt niet overdreven veel verkeer, voornamelijk tuk tuks. Er zijn wel heel veel bedelaars (o.a. veel landmijnslachtoffers) en kinderen die van alles proberen te verkopen. De prijzen
zijn in Amerikaanse dollars. Uit de pinautomaat komen ook alleen maar dollars. De prijzen zijn redelijk hoog, vnl. in Phnom Penh. Dit zou te maken hebben met de inflatie, maar het hanteren van een
buitenlandse munteenheid lijkt ons ook niet echt bevorderlijk voor de economie. Cambodjanen zijn geen echte verkopers of lui? Soms moeten we zelf op zoek naar een tuk tuk voor een ritje.
Vanuit Phnom Penh zijn we nog een paar dagen in Battambang geweest om meer van het platteland te zien van Cambodja. We zagen erg veel groen, hilltop tempels, zwaaiende kinderen en stoffige wegen, waarbij het rode stof echt overal zat. Vanuit Battambang hebben we mooie riviertocht gemaakt naar Siem Reap (bij de tempels van Angkor). De oude boot met keiharde houten bankjes baande zich een weg door de takken van de bomen in de rivier. Op het dek met heel veel zonnebrand op was het goed vertoeven. Door mijn slechte insmeertechniek verscheen er wel een rode driehoek op de rug van Job.
Tempels, tempels, tempels
Cambodja heeft naast de gruwelijke recente geschiedenis ook een mooi verleden. Vanaf de 9e tot de 15e eeuw was het oude Khmer-rijk een van de machtigste rijken van Zuid-Oost Azië. In die tijd
werden door de goden-koningen veel tempelcomplexen gebouwd. Rond het leuke plaatsje Siem Reap ligt een enorm groot gebied, waar de tempels zich bevinden. Destijds moeten hier rond de 1 miljoen
mensen gewoond hebben. Een van de laatst gebouwde tempels en ook de grootste is de meest bekende tempel Angkor Wat. Maar er zijn veel meer mooie overgebleven tempels, zoals Bayon (met zijn vele
torens met gezichten) en Ta Prohm. (helemaal overwoekerd door de jungle, enorme boomwortels omarmen de tempel). Zie de foto's!
Wij hadden een 3 dagen-pas gekocht. 2 dagen op de fiets en 1 dag met de tuk tuk naar de verder gelegen tempels en naar de rivier van de 1000 lingas (vertaling: fallus) waar in de rotsen in en rond de rivier veel hindoe-afbeeldingen en ja ook lingas zijn afgebeeld om het water vruchtbaar te maken voor de rijstvelden.
Na deze dagen heeft Job een vriendin vervangen om verschillende cocktails uit te proberen in de Temple Club ondertussen ons verbazend over de vele hoertjes die hier komen om Westerse mannen op te pikken en tuk tuk-drivers, die azen op een ritje.
Het volgende plan is om van Bangkok naar Kuala Lumpur af te zakken via een aantal tropische eilanden. Hopelijk lukt het ons rond de kerst nog een plekje op een eiland vinden!
Groetjes, Evelyn
Na regen komt zonneschijn
Van het groene rustige Cat Ba eiland naar de hectische hoofdstad van Vietnam: Hanoi met zijn miljoenen brommertjes. Van het natte historische Hoi An met zijn talloze kleermakers naar de hete stranden van Mui Ne. In totaal zo'n 2500 km afgelegd in 2 weken tijd deels met het vliegtuig. 30 dagen Vietnam blijkt toch wel wat kort.
Wat een divers langgerekt land met ook een heel divers klimaat. Het is volgens mij onmogelijk om een optimale reistijd te hebben in Vietnam, want elke maand van het jaar is het wel in het noorden, midden of zuiden te koud, te heet of te nat. Vanaf het moment dat we op Cat Ba eiland in Halong Bay waren, hebben we vanwege de dreigende donkere wolken voor het eerst dagelijks de weerberichten gecheckt op internet, maar de meteorologen bleken steeds zeer pessimistisch over het weer met thunderstorms and rainfall van 44 mm. Gelukkig pakte het vaak beter uit en hebben we zonder regendruppels kunnen kayaken in Halong Bay, een hike gedaan in Cat Ba National Park en kunnen rondstruinen in de nauwe straatjes van Hanoi.
Totdat we in Hoi An waren en we vanwege de heftige regenbuien hele dagen in regenponcho's hebben rondgelopen. Hierdoor waren we bijna genoodzaakt tailorshop in, tailorshop uit te gaan en konden we bijna niet anders dan 4 pakken, 3 shirts en een winterjas aan te laten meten. Het kledingpakket van 7,5 kg is inmiddels op de boot naar NL. 's Avonds overstroomde de rivier en stond de kade blank, maar we mochten van geluk spreken, want twee weken daarvoor had in de straten nog een halve meter water gestaan wat niet ongewoon schijnt te zijn. Tijdens de tyfoon eind september heeft het water zelfs 2,5 meter hoog gestaan, het hoogste sinds een paar jaar. In Hoi An hebben we druk op internet gezocht naar een warme droge plek en deze vonden we op 5 uur rijden ten noorden van Ho Chi Minh City: Mui Ne. In een klein resort met zwembad direct aan het strand hebben we de afgelopen dagen aan het zwembad en strand gelegen, heerlijk.
Ondanks dat het niet altijd top weer was hebben we afgelopen weken een mooie tijd gehad met heerlijk Vietnamees eten en steeds meer vriendelijke behulpzame Vietnamezen (uitgezonderd de taxichauffeurs van Hanoi met op hol geslagen taximeters).Op het moment dat ik het verhaaltje tik zitten we weer in de bus naar Ho Chi Minh City om daarvandaan verder te gaan richting de Mekong Delta.
Groetjes,
Evelyn
Afgelegde route: Lai Cai- Hanoi (per nachttrein)- Cat Ba Island (taxi-motortaxi-bus-minibus-ferry-bus)- Hanoi (weer bus-ferry-bus-taxi) -Danang (per vliegtuig)- Hoi An (hotel pickup)- Danang - HCMCity (per vliegtuig)- Mui Ne (luxe bus- locale bus met teveel mensen)
Op de motorbike door Sapa en Bac Ha
Reisperikelen: wie zei ook alweer dat reizen van A naar B leuk was?
De enige manier om vanaf Kunming naar Vietnam te komen is per slaapbus. Ooit was er een spoorlijn, maar deze is al jaren niet meer in gebruik vanwege een overstroming jaren terug. Het wordt door de
Chinezen niet nodig gevonden om de spoorlijn te repareren, zodat het enige vervoermiddel voor ons de bus van 10 uur is.
We lagen nog geen uur op ons kleine bed achterin de bus of de man naast mij en de man voor Job begonnen aan hun rooftocht door de bus. Tassen van andere passagiers werden over mij heen gegooid en meerdere malen stapten de mannen over mijn bed heen naar elkaar toe. De man naast mij hield mijn tas in de gaten. Ik lag dan ook verkrampt op mijn tas. Bij Job durfden ze gelukkig niet in de buurt te komen. Op enig moment stopte de bus en stapten de dieven de bus uit met de buit. Gelukkig hadden ze niet de kans gehad van ons te stelen! Niemand sprak Engels in de bus, zodat wij er niet achter kwamen of onze mede-passagiers hadden gemerkt dat er zoveel was gestolen. Vanaf onze plek achterin de bus hadden wij een perfect uitzicht gehad.
Heel slaperig kwamen we uiteindelijk aan bij het grensplaatsje. Over een brug over de Red River liepen we van China zo Vietnam in (na eerst de nodige checks en formuliertjes natuurlijk). Over de rivier in Vietnam lopen mensen ineens met rijsthoeden op hun hoofd, rijden op lawaaierige scooters, willen van alles van je en betrouwbare informatie wordt ineens schaars.
Sapa: trekking & motorbiking
Sapa is een toeristisch maar klein dorpje hoog in de bergen. Dit was een hillstation van de Fransen toen zij met de scepter in Vietnam zwaaiden. Ook nu nog zie je hier veel Fransen, maar nu als toerist. In de omgeving van Sapa leven veel etnische minderheden voornamelijk de Black H'mong en de Red Dzao. Elke hilltribe heeft zijn eigen taal, klederdracht, gebruiken en godsdienst. De hilltribes hebben het altijd erg moeilijk gehad door hun geïsoleerdheid. Nog steeds is het een arme bevolkingsgroep in Vietnam. Door scholing wordt dit nu wel wat beter.
Twee dagen zijn we vanaf Sapa er op uitgetrokken: 1 dag met een motorbike en 1 dag een trekking met een gids. Tijdens de dag met de motorbike zijn we o.a. naar dorpje van de Red Dzao gegaan (te herkennen aan hun rode klederdracht). Op de weg hiernaartoe waren mensen aan het werk aan een brug over een riviertje, zodat we hier niet overheen konden. Voor 5.000 dong (20 cent) was het mogelijk over een geïmproviseerd houten bruggetje te gaan. Veel Vietnamezen vonden dit onzin en gingen met de motorbike gewoon door de rivier!
Tijdens de trekking van 16 km liepen we steil omhoog en weer omlaag, en dan weer omhoog enz. langs een riviertje via hilltribedorpjes, soms dwars door de rijstterrassen (dus springen!). Onderweg overal waterbuffels rakelings langs ons heen en natuurlijk zwijntjes, eendjes, kippetjes voor consumptie.
Een Vietnamese taalcursus hebben we gevolgd om ons hier wat beter verstaanbaar te maken: Xin Chao, ban khoe khong? Toi khoe, cam on. Tam Biet. Rara wat betekent het?
Afgelegen Bac Ha
We hebben ons even onttrokken aan het toerisme in Bac Ha. Omdat dit toch wat afgelegen ligt, was de laatste bus vanuit de verschrikkelijke grensplaats Lao Cai om drie uur 's middags uitgevallen,
omdat deze kapot was. De enige mogelijkheid om die dag nog in Bac Ha te komen was 1,5 uur met bagage achterop een motorbike. Het werd een mooie rit door de bergen vlak voor zonsondergang.
Afgezien van de levendige zondagmarkt, waar veel dieren worden verkocht, is het in Bac Ha doordeweeks echt uitgestorven. Slechts 1 restaurantje trok mensen, dus daar zaten we vervolgens elke dag. Er was heerlijk Vietnamees eten te krijgen. Favoriet zijn de springrolls! Bac Ha alcohol (soort jenever gestookt van rijst en mais) en Tiger Beer (het Vietnamese bier) staat ook het menu. Het interieur bestaat uit een betonnen vloer en houten lange eettafels en stoelen. (meer heb je niet nodig toch?)
We huren weer een motorbike voor een dag en weten een heel onduidelijk kaartje te bemachtigen, waarmee we over een hobbelig weggetje een mooi primitief dorp bereiken omringd door palmbomen. Hier mogen we in het plaatselijke winkeltje een drankje binnen bij de mensen thuis doen. De woonkamer bestaat uit een tv, een bed en een tafel met bankje.
Verdere route richting zee: Bac Ha- Lao Cai (per bus)- Hanoi (per nachttrein)- Cat Ba island (bus-ferry-bus ofzoiets)
Groetjes van Linh, die werd gevraagd ook de groeten te doen van Giang
Typisch Chinees
- behulpzame en aardige mensen: ondanks hun gebrekkige Engels lopen ze minutenlang met je mee om iets te vinden, bellen ze een hotel voor je om te vragen waar het is enz.
- eerlijkheid: we zijn nergens afgezet of misschien soms voor een paar Yuan
- Chinezen beginnen hele verhalen in het Chinees terwijl jij Engels terugpraat. Zij lachen uitbundig en praten weer Chinees terug. Er ontstaat een vreemd gesprek waar beiden totaal niets van begrijpen.
- alles gaat in groepsverband: samen eten, in groepjes werken enz.
- vrienden lopen met de armen om elkaars schouder
- stelletjes met dezelfde t-shirt en/of trui aan
- gerochel op straat, hier wen je wel een beetje aan (andere gewoontes boeren, scheten laten en slapen in het openbaar)
- in zoete broodjes, waar je denkt dat chocolade op zit, blijkt zoete rode bonenpuree op te zitten, hier wen je niet aan
- elektrische (en hybride) scooters van soms vermoedelijk wel 10 jaar oud
- keiharde bedden, bijna altijd 2 eenpersoonsbedden in hotels
- openbare vrouwentoiletten bij bv. tankstations bestaan uit een gleuf waar je boven moet hangen en geen deuren, 0,0 privacy dus, bij barretjes kan je gelukkig wel prima naar een schone hurkwc met deur!
- kinderen worden zinnelijk, doordat hun ouders ze op straat laten plassen met psss-geluiden erbij
- Chinezen hebben in onze ogen niet veel smaak: van zeer foute souvenirs (cowboyhoeden) tot bekleding in nieuwe auto's met beertjes erop
- spleetogen, sorry die hoort wel in het rijtje
- veel eten, zoals bij de chinees ;-)
- in hotels en in de trein warm water of waterkokers om thee te kunnen maken, een chinees kan immers niet zonder thee
- veel te veel ambtenaren
- geld wordt met twee handen aangegeven en aangenomen
- overal wifi in hotels en bars, maar beperkte toegang tot internet (geen facebook, twitter en youtube)
Yunnan: hiking & biking
We zijn nu in de provincie Yunnan. Een echte uithoek in China: ten westen grenst het aan Tibet, ten zuiden aan Myanmar, Laos en Vietnam. Vijftien eeuwen hebben de Chinese keizers geprobeerd om vat op deze provincie te krijgen, maar het lukte niet om hen te verslaan. Uiteindelijk lukte het het leger van de Mongolen wel en werd Yunnan later onderdeel van China. Veel etnische minderheden zijn naar deze provincie getrokken en 1/3 van de bevolking behoort dan ook tot een minority. Ook komen in deze provincie de meest verschillende planten- en diersoorten voor van heel China. Qua bevolking en natuur erg divers dus. Yunnan wordt door de Chinezen dan ook gezien als een van de populairste bestemmingen in China. In de nationale feestweek in oktober bezochten 2,75 miljoen Chinezen de provincie.
Dragon's backbone rice terraces
Mijn vorige verhaal hield op in Yangshuo. Hierna hebben we nog een twee daags-tripje naar Ping'an gelegen in de Dragon's backbone rice terraces gedaan, waar we hebben gehiked door de rijstvelden.
Het was een hele klim om bij een guesthouse in Ping'an te komen. Rijke dikke chinezen lieten zich door de plaatselijke bevolking met een draagstoel naar boven dragen!, maar wij zwoegden door met de
rugzakken op de rug.
Ping'an lijkt op een wintersportdorp hooggelegen in de bergen. Het was ook echt koud 's avonds 10-15 graden ofzo brrrr. 's Avonds hebben we bij kaarslicht gegeten, omdat de stroom de hele dag was uitgevallen. Iedereen in het dorp haalde zijn schouder hierover op. Dat scheen wel vaker voor te komen. 's Morgens werden we om 8 uur gewekt door een luidspreker en harde muziek, wat ook door iedereen normaal werd gevonden of was dat de aankondiging voor de stroomuitval??
We hebben een mooie wandeling gemaakt achtervolgd door drie longhairs. Dit zijn vrouwen waarbij alleen op hun 18e hun haar wordt geknipt. De rijstvelden hebben aansprekende namen, zoals Nine dragons and five tigers (maar overal in China wordt een draak of tijger bij betrokken). In het voorjaar ligt water op de rijstvelden, wat een mooie weerspiegeling geeft, maar zonder water was het ook supermooi om te zien.
De eeuwige lente
Kunming wordt wel de stad van de eeuwige lente genoemd vanwege het aangename klimaat. Wij hebben bijna alleen een strakblauwe hemel gezien met 20-25 graden, heerlijk! Na een lange reis van 18 uur
in de nachttrein kwamen we uiteindelijk aan in deze groene supermoderne stad met hippe winkels. Er is weinig ouds te ontdekken en er zijn nauwelijks toeristen. In veel opzichten vonden wij het
zelfs moderner dan Hong Kong. De leukste wijk vonden wij de universiteitswijk, waar echt leuke eettentjes en barretjes zitten. Hier hebben wij dan ook de meeste tijd doorgebracht.
Direct is te merken dat men echt heel slecht engels spreekt, zelfs in hotels. Het wordt dus handen en voetenwerk en het aanwijzen van Chinese karakters van straatnamen/ bestemmingen in de lonely planet. Als we een dagje naar de Western Hills buiten Kunming willen, is dit een hele uitdaging, want de busnummers die in de lonely planet staan blijken ook nog eens niet te kloppen, help! Twee uur later zijn we dan er dan eindelijk, maar dan staan we nog onderaan de berg. We regelen een lift met een Chinees stel in een piepklein autootje naar boven naar de Dragon gate: een door taiostische monniken in een klif uitgehakte gangen, grotten en tempels met adembenemende uitzichten.
De oude steden Dali & Lijiang
Na het een aantal dagen rustig aan te hebben gedaan, omdat Job ziek was, zijn we vanaf Kunming per bus verder naar het noorden gereisd naar Dali en Lijiang en weer terug naar Kunming. Hoe verder je
naar het noorden reist richting de Himalaya hoe hoger je komt en hoe bergachtiger het wordt en dus wordt het ook een stukje frisser.
Dali is een oud ommuurd stadje op 1900 meter, wat vroeger het machtscentrum van de provincie Yunnan was. Aan de ene kant heb je Erhai Hu, vertaling: het oorvormige meer, maar wij konden er geen oor in ontdekken. Hier zijn we over zanderige weggetjes en stoffige dorpjes naartoe gefietst. Aan de andere kant liggen de Cang Shan Mountains, waar we een stoeltjeslift naar boven hebben genomen om daar een rond te wandelen langs steile afgronden en watervalletjes. We ontdekten in Dali een superleuk eettentje: Cafe de Jack. Hier hebben we in de 3 dagen dat we in Dali waren maar liefst 6 x gegeten. Het was echt zo lekker: vooral de taco's (favoriet Job) en de chocolade cake met ijs (favoriet Eef).
In tegenstelling tot het aantal toeristen in Dali waren er in Lijiang wel veel toeristen, lees: te veel Chinese toeristen. Lijiang, the old town is een oud stadje dat zelfs staat vermeld op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Met zijn kronkelige smalle straatjes, bruggetjes, grachtjes, oude huizen en rode lantaarntjes is het 's avonds op z'n mooist, alleen jammer van al die chinezen met grote statieven die de verkeerde kant op fotograferen. Het is niet moeilijk om hier te verdwalen. Het kostte ons minstens twee dagen om de weg te vinden.
Dr. Ho
Tijdens een fietstocht in de omgeving van Lijiang belandden we in een dorpje waar een beroemde oude Chinese kruidendokter woont. Aan de buitenkant van zijn optrekje staat het vol met ingelijste krantenknipsels. Hij nodigde ons uit om binnen te komen en de vele Nederlandse artikelen over hem te lezen met een kopje health tea erbij, die zijn oude gerimpelde vrouw inschenkte. Binnen was het een chaos met talloze krantenknipsels en visitekaartjes. Prinses Maxima, premier Balkenende en Chris Zegers zijn ons voor geweest. Vanwege mijn aanhoudende gesnotter krijg ik poeder mee, die ik driemaal daags met heet water en suiker moet drinken. Het heeft een beetje hetzelfde effect als dampo, dus volgens mij kan het geen kwaad. Met onze gezondheid gaat het trouwens nu weer beter.
Tot zover China. Volgende verhaaltje uit Vietnam!
Groetjes,
Evelyn